Ik praat zonder het te weten
-De wet van de kwade wil
Het is hier als een graf,
misschien ben ik al dood?
Misschien zijn wij al dood?
Een onweerstaanbare kracht
dwingt me op de grond te gaan liggen,
het ondraaglijke zware hoofd neer te vlijen.
– onder jouw boezem
– zachtjes op je buik
mijn hele leven op het ritme van jouw ademhaling.
Ik wil je van me afduwen
maar tegelijk dicht bij me houden.
Ik schrik, en ben bang
maar voel me aangetrokken tot jouw angst.
Ik huil niet meer
alles is bij mij volkomen opgedroogd.
– Laat me je lippen vervullen met hetgeen dat van mij nog rest.
Ik koester mijn herinneringen met jou
alsof ze een verzameling zeldzame vlinders waren.
Als woorden die alleen op speciale momenten
hardop uitgesproken mogen worden.
– Wat wil je me zeggen?
Dat ik droom?
– Ik word wakker
weiger mijn ogen te openen.
Ik begin te ratelen en zeg:
Beste mezelf, we hebben geloof ik uitgevonden.
En jij daar,
de wet van de kwade wil
we hebben elkaar ontmoet in de toekomst.
– Arsonistus
Verhulde kern
ook ogenschijnlijk
goede zielen
zijn dragers van het kwaad
’s nachts en tot de laatste dag
verbergen velen hun zijn achter elke lach
op zoek naar simpele geesten
hijsen sommigen
zich in een ontheiligd gewaad
Jouw schrijfsels zijn verslavende snoepjes voor zoete én verzuurde zielen, Arsonistus.
Lenjef
LikeGeliked door 1 persoon
Koesteren zullen deze klanken doen. Bedankt
LikeGeliked door 1 persoon